De mensen realiseren het zich niet: iedereen is dagelijks van vroeg tot laat bezig met het maken van keuzes. De meeste zijn volslagen onbelangrijk: neem ik kaas of jam op mijn brood, trek ik een wit of een blauw overhemd aan, een witte bloes of toch maar de groene, vandaag een lange broek of een rok? De keuze voor de vervolgschool wordt al moeilijker en wordt dikwijls mede bepaald door aanwezig talent, intelligentie en het sociale nest. De problemen kunnen, voor de rest van ons leven, groot worden bij de partnerkeuze. Maak je een verkeerde keuze, dan kost het vaak veel geld en verdriet. Sommige mensen maken meerdere malen een verkeerde keuze met als recordhouder een Engelse koning, die achtmaal een verkeerde keus maakte. De afgedankte dames kregen geen alimentatie maar eindigden in een cel.
Ook een beslissende keuze voor de rest van ons leven is de beroepskeuze. Onderzoeken hebben uitgewezen dat na voltooiing van de school, slechts 25% bewust voor een bepaald beroep kiest en dan nog dikwijls onder invloed van de ouders (opvolging). In het overgrote deel van de nieuwe werkzoekenden bepaalt het toeval.
Ik behoorde tot de 25% die het wel wist: “ik word VERKOPER”. Als tienjarige kocht ik op het schoolplein van de winnaars 11 knikkers voor 1 cent waarna ik 10 knikkers voor 1 cent verkocht. Ik maakte een groot bord met de tekst “In- en Verkoop van knikkers” en zo kende iedereen mij als knikkerhandelaar.
Als veertienjarige kocht ik in de oorlog bij vegetariërs de distributie vleesbonnen op die ik dan weer met winst aan de vleeseters verkocht. Op de zwarte markt op het Waterlooplein kocht ik eens een baal Belgische shag. Ik maakte daar met behulp van een grammenweger pakjes van 50 gram van, die gretig aftrek vonden. Van de winst kocht ik op de postzegelmarkt zegels van Ned. Oost-Indië waarvan ik een album vol kreeg. Dit album heb ik in 1950 voor 20 gulden verkocht, de stomste keuze die ik ooit heb gemaakt. Het album zou nu, volgens kenners, een vermogen waard zijn geweest.
Mijn aangeboren verkooptalenten werden goed duidelijk met de huis-aan-huis-verkoop van wasknijpers. Als 17- jarige H.B.S.er met een chronisch zakgeldtekort, ging ik met mijn vrienden Walter en Fred in de Amsterdamse Afrikanerbuurt huis-aan-huis wasknijpers verkopen. Alle drie een doos van 50 kaartjes op onze bagagedrager en verkopen maar. Na een uur had ik al mijn 50 kaartjes verkocht terwijl mijn vrienden niet meer dan 2 en 3 kaartjes kwijt waren. Hoe kwam dat? Dit wereldberoemde verhaal (nou ja, dat is ook weer wat overdreven) volgt volgende maand.
>> Terug naar Verhalen.